Begijnhof

1535

Het Rijksmonument Begijnhof Breda dateert van 1535. De Bredase instelling waarbij dit gebouwencomplex in eigendom is, bestaat echter met zekerheid vanaf 22 maart 1267. Op dat moment ontving zij gronden van de heer van Breda voor de ontwikkeling van een eigen begijnhof.

De erfdochter van Breda, Johanna van Polanen (1392-1445), was zelf een religieuze vrouw. Toen zij in 1403 trouwde met Engelbrecht I van Nassau, de eerste telg uit het geslacht Nassau die in het Bredase kasteel kwam wonen, trof hij er het Begijnhof aan als de meer dan 130 jaar nauwste buur van dat kasteel. In die dagen zijn de eerste contacten ontstaan tussen de instelling Begijnhof Breda en de familie van Nassau.

Johanna van Polanen bouwde op latere leeftijd een groot huis naast het Begijnhof waarin zij ging wonen. Ze liet niet ver van haar woning de Wendelinuskapel bouwen (thans Waalse Kerk) en ontwikkelde plannen voor de realisering van een mannenklooster achter die kapel. Resten van dit complex zijn bij recentelijk bouwhistorisch en archeologisch onderzoek aangetroffen.

Het Begijnhof Breda is de oudste instelling van Breda en één van de oudste instellingen van Nederland. Het is tevens, van de circa 1.000 begijneninstellingen die er in Europa zijn geweest, de enige die vanaf de middeleeuwen tot op de huidige dag onder eigen bestuur en met behoud van alle bezittingen nog steeds functioneert. Het lange voortbestaan van deze katholieke instelling is te danken aan de bescherming door de familie van Nassau. Die bescherming werd geformaliseerd in 1531.

Hendrik III van Nassau wilde na zijn terugkomst in 1530 uit Spanje, waar hij getrouwd was met een zeer rijke adellijke dame Mendoza, zijn kasteel in Breda uitbreiden tot het eerste grote renaissance-paleis dat boven de Alpen zou worden gebouwd. Daarvoor stond het oude begijnhof in de weg. Op zijn verzoek werd dan ook dat begijnhof voor die bouwactiviteiten in 1535 verplaatst naar de huidige locatie achter de Wendelinuskapel. Na een periode van onderhandelingen over die verplaatsing werd in 1531 met de begijnengemeenschap een overeenkomst gesloten. In diezelfde overeenkomst verplicht Hendrik III zich namens zichzelf en al zijn opvolgers tot persoonlijke bescherming van de Bredase begijnen en hun hof. Vanaf dat moment staat het Bredase Begijnhof onder bijzondere bescherming van het Huis van Nassau welke familie die bescherming in de praktijk ook steeds is nagekomen. In het archief van het Begijnhof getuigen hiervan een aantal akten van sauvegarde met originele handtekeningen van leden van de familie van Nassau alsmede vele foto’s van koninklijke bezoeken.

Het Begijnhof Breda is met dit alles de organisatie in Nederland die de meest langdurige contacten onderhoudt met de familie van Nassau. Ter onderstreping van dat feit siert sinds 2009 een standbeeld van Johanna van Polanen het Bredase begijnhof.